Een band verliest wat spanning door natuurlijke oorzaken (normaliter ongeveer 0,076 bar per maand). Maar dat kan sneller gaan door andere oorzaken:
• lek rijden
• het ventiel: moet bij elke bandenwissel worden vervangen.
• de ventieldop: onmisbaar voor een luchtdichte afsluiting.
• het wiel: moet bij elke montage van een band worden schoongemaakt.
• Volg de adviezen op van de auto- of bandenfabrikant, vooral als het gaat om de gebruiksvoorwaarden zoals belasting/snelheid etc.
• Controleer de bandenspanning als de banden koud zijn; dus als ze 2 uur niet zijn gebruikt of maximaal 3 km hebben gereden bij lage snelheid.
• Voeg bij warme banden, tijdens de controle, 0,3 bar toe aan de door de fabrikant aanbevolen bandenspanning. Controleer de banden dan nogmaals als ze afgekoeld zijn.
• Laat nooit lucht uit een warme band lopen.
• Zelfs als de banden zijn gevuld met stikstof, moeten de spanning en de algemene staat van de banden nog vaak worden gecontroleerd.
Een juiste bandenspanning verhoogt de veiligheid, is zuiniger in gebruik en is beter voor het milieu.